Ertoe doen

Mijn moeder wordt rap ouder en steeds minder mobiel. Nu woont ze nog in een groot jaren ’30 huis. Maar hoe lang kan dat nog? Wij wonen in dezelfde straat. En onze overbuurvrouw heeft een hoekhuis met een enorme garage ernaast. Toen zij aankondigde te gaan verhuizen, dachten wij: is dit het moment voor een kangeroe-construct? Mijn moeder leek dat wel wat. Mijn broer had geen bezwaar. Maar onze jongste, als enige nog thuis, zei een paar dagen later verontwaardigd: “Waarom hebben jullie mij niets gevraagd? Ik wil helemaal niet verhuizen!” En ik dacht: verdorie, ze heeft gelijk. Ook zij heeft deel in dit verhaal.

Die verhuizing gaat denk ik niet door. Maar dat doet er niet toe. Wat ik wil zeggen: iedereen wil gezien en gehoord worden. Hoe klein of groot ook. Want iedereen heeft een stem. Dat houden wij tegenwoordig ook mensen met een verstandelijke beperking voor: Jij doet ertoe. Het is jouw leven. Jij beslist over de dingen waarover jij kunt beslissen. Daar zijn prachtige programma’s en methodieken voor, zoals Samen in Regie en Op eigen Benen. Dat is wel wennen: voor de cliënten zelf (oh jee, wat een ruimte… Maar ik weet niet zo goed wat ik wil!), voor hun ouders (Gaat dat wel goed? Kunnen ze dat wel aan?) en ook voor begeleiders. Want die zijn al 125 jaar lang gewend om te beslissen voor cliënten: hoe laat ze moeten opstaan, wat ze op hun brood krijgen, wat ze drinken… Dat moet nu anders. En dat valt niet altijd mee.

Kinderen hebben veel te vertellen tegenwoordig. Sommigen noemen deze generatie die van prinsen en prinsesjes. Consumenten staan op hun strepen. Mensen met een verstandelijke beperking plaatsen we op de bok van hun eigen levenskoets. Eigen regie (h)eerst!

Hoe wonderlijk is het dan vast te moeten stellen dat veel begeleiders van cliënten naar eenzelfde zeggenschap snakken, omdat ze die op veel plaatsen nog missen. Ik spreek er deze weken tientallen. Dat zijn prachtige gesprekken. Gesprekken over het thema Samen. Van alles komt over tafel, op geleide van hun eigen wens. Maar als ik alles wat zij aan de orde stellen afpel tot de essentie, komt deze kern tevoorschijn: “Ik wil gezien worden en gehoord en dat mis ik erg”.

Dat snap ik. Gezien en gehoord worden past bij de geest van deze tijd. Maar er gaat meer achter schuil. Begeleiders hebben een beroep. Daar hebben ze voor geleerd. Ze kunnen dingen die andere niet kunnen. Wat ze geleerd hebben, vormt hun gereedschap. Hun werk is geen wiskunde; geen sommetje dat slechts op één manier kan worden opgelost, geen waterdichte formule die onder aan de streep klopt als een bus. Want ze werken met mensen; mensen die kwetsbaar zijn, uiterst gevoelig voor stemmingen en sferen, mensen die veelal anders communiceren, en vaak onvoorspelbaar zijn in hun gedrag. Hen begeleiden vereist creativiteit en improvisatievermogen. En dus hebben begeleiders ruimte nodig. Maar ook vertrouwen van hun managers dat zij in staat zijn om hun werk met hun gereedschap goed te doen. Dat zij zelf mogen beslissen in het moment en daar later verantwoording over afleggen. Want dat is ertoe doen als begeleider. En ertoe doen wil iedere professional.

Eén van mijn gespreksgenoten zei: “Het maakt niet uit wat ik zeg in het teamoverleg, er wordt toch nooit wat mee gedaan. Maar ik ben nog geen 65”. Ik lag daar vannacht over te denken. Hij had nog hoop, denk ik. En dat vind ik bewonderenswaardig. Hoe krachtig moet zijn wens zijn om ertoe te doen. En hoe triest moet het zijn om altijd te moeten vaststellen dat jij met jouw deskundigheid geen gewicht in de schaal legt. Ik hoop dat wat ik met al die gesprekken heb opgehaald er voor hem toe gaat doen…

Artwin Nuhn

Ertoe doen

Mijn moeder wordt rap ouder en steeds minder mobiel. Nu woont ze nog in een groot jaren ’30 huis. Maar hoe lang kan dat nog? Wij wonen in dezelfde straat. En onze overbuurvrouw heeft een hoekhuis met een enorme garage ernaast. Toen zij aankondigde te gaan verhuizen, dachten wij: is dit het moment voor een kangeroe-construct? Mijn moeder leek dat wel wat. Mijn broer had geen bezwaar. Maar onze jongste, als enige nog thuis, zei een paar dagen later verontwaardigd: “Waarom hebben jullie mij niets gevraagd? Ik wil helemaal niet verhuizen!” En ik dacht: verdorie, ze heeft gelijk. Ook zij heeft deel in dit verhaal.

Die verhuizing gaat denk ik niet door. Maar dat doet er niet toe. Wat ik wil zeggen: iedereen wil gezien en gehoord worden. Hoe klein of groot ook. Want iedereen heeft een stem. Dat houden wij tegenwoordig ook mensen met een verstandelijke beperking voor: Jij doet ertoe. Het is jouw leven. Jij beslist over de dingen waarover jij kunt beslissen. Daar zijn prachtige programma’s en methodieken voor, zoals Samen in Regie en Op eigen Benen. Dat is wel wennen: voor de cliënten zelf (oh jee, wat een ruimte… Maar ik weet niet zo goed wat ik wil!), voor hun ouders (Gaat dat wel goed? Kunnen ze dat wel aan?) en ook voor begeleiders. Want die zijn al 125 jaar lang gewend om te beslissen voor cliënten: hoe laat ze moeten opstaan, wat ze op hun brood krijgen, wat ze drinken… Dat moet nu anders. En dat valt niet altijd mee.

Kinderen hebben veel te vertellen tegenwoordig. Sommigen noemen deze generatie die van prinsen en prinsesjes. Consumenten staan op hun strepen. Mensen met een verstandelijke beperking plaatsen we op de bok van hun eigen levenskoets. Eigen regie (h)eerst!

Hoe wonderlijk is het dan vast te moeten stellen dat veel begeleiders van cliënten naar eenzelfde zeggenschap snakken, omdat ze die op veel plaatsen nog missen. Ik spreek er deze weken tientallen. Dat zijn prachtige gesprekken. Gesprekken over het thema Samen. Van alles komt over tafel, op geleide van hun eigen wens. Maar als ik alles wat zij aan de orde stellen afpel tot de essentie, komt deze kern tevoorschijn: “Ik wil gezien worden en gehoord en dat mis ik erg”.

Dat snap ik. Gezien en gehoord worden past bij de geest van deze tijd. Maar er gaat meer achter schuil. Begeleiders hebben een beroep. Daar hebben ze voor geleerd. Ze kunnen dingen die andere niet kunnen. Wat ze geleerd hebben, vormt hun gereedschap. Hun werk is geen wiskunde; geen sommetje dat slechts op één manier kan worden opgelost, geen waterdichte formule die onder aan de streep klopt als een bus. Want ze werken met mensen; mensen die kwetsbaar zijn, uiterst gevoelig voor stemmingen en sferen, mensen die veelal anders communiceren, en vaak onvoorspelbaar zijn in hun gedrag. Hen begeleiden vereist creativiteit en improvisatievermogen. En dus hebben begeleiders ruimte nodig. Maar ook vertrouwen van hun managers dat zij in staat zijn om hun werk met hun gereedschap goed te doen. Dat zij zelf mogen beslissen in het moment en daar later verantwoording over afleggen. Want dat is ertoe doen als begeleider. En ertoe doen wil iedere professional.

Eén van mijn gespreksgenoten zei: “Het maakt niet uit wat ik zeg in het teamoverleg, er wordt toch nooit wat mee gedaan. Maar ik ben nog geen 65”. Ik lag daar vannacht over te denken. Hij had nog hoop, denk ik. En dat vind ik bewonderenswaardig. Hoe krachtig moet zijn wens zijn om ertoe te doen. En hoe triest moet het zijn om altijd te moeten vaststellen dat jij met jouw deskundigheid geen gewicht in de schaal legt. Ik hoop dat wat ik met al die gesprekken heb opgehaald er voor hem toe gaat doen…

Artwin Nuhn

Ertoe doen

Mijn moeder wordt rap ouder en steeds minder mobiel. Nu woont ze nog in een groot jaren ’30 huis. Maar hoe lang kan dat nog? Wij wonen in dezelfde straat. En onze overbuurvrouw heeft een hoekhuis met een enorme garage ernaast. Toen zij aankondigde te gaan verhuizen, dachten wij: is dit het moment voor een kangeroe-construct? Mijn moeder leek dat wel wat. Mijn broer had geen bezwaar. Maar onze jongste, als enige nog thuis, zei een paar dagen later verontwaardigd: “Waarom hebben jullie mij niets gevraagd? Ik wil helemaal niet verhuizen!” En ik dacht: verdorie, ze heeft gelijk. Ook zij heeft deel in dit verhaal.

Die verhuizing gaat denk ik niet door. Maar dat doet er niet toe. Wat ik wil zeggen: iedereen wil gezien en gehoord worden. Hoe klein of groot ook. Want iedereen heeft een stem. Dat houden wij tegenwoordig ook mensen met een verstandelijke beperking voor: Jij doet ertoe. Het is jouw leven. Jij beslist over de dingen waarover jij kunt beslissen. Daar zijn prachtige programma’s en methodieken voor, zoals Samen in Regie en Op eigen Benen. Dat is wel wennen: voor de cliënten zelf (oh jee, wat een ruimte… Maar ik weet niet zo goed wat ik wil!), voor hun ouders (Gaat dat wel goed? Kunnen ze dat wel aan?) en ook voor begeleiders. Want die zijn al 125 jaar lang gewend om te beslissen voor cliënten: hoe laat ze moeten opstaan, wat ze op hun brood krijgen, wat ze drinken… Dat moet nu anders. En dat valt niet altijd mee.

Kinderen hebben veel te vertellen tegenwoordig. Sommigen noemen deze generatie die van prinsen en prinsesjes. Consumenten staan op hun strepen. Mensen met een verstandelijke beperking plaatsen we op de bok van hun eigen levenskoets. Eigen regie (h)eerst!

Hoe wonderlijk is het dan vast te moeten stellen dat veel begeleiders van cliënten naar eenzelfde zeggenschap snakken, omdat ze die op veel plaatsen nog missen. Ik spreek er deze weken tientallen. Dat zijn prachtige gesprekken. Gesprekken over het thema Samen. Van alles komt over tafel, op geleide van hun eigen wens. Maar als ik alles wat zij aan de orde stellen afpel tot de essentie, komt deze kern tevoorschijn: “Ik wil gezien worden en gehoord en dat mis ik erg”.

Dat snap ik. Gezien en gehoord worden past bij de geest van deze tijd. Maar er gaat meer achter schuil. Begeleiders hebben een beroep. Daar hebben ze voor geleerd. Ze kunnen dingen die andere niet kunnen. Wat ze geleerd hebben, vormt hun gereedschap. Hun werk is geen wiskunde; geen sommetje dat slechts op één manier kan worden opgelost, geen waterdichte formule die onder aan de streep klopt als een bus. Want ze werken met mensen; mensen die kwetsbaar zijn, uiterst gevoelig voor stemmingen en sferen, mensen die veelal anders communiceren, en vaak onvoorspelbaar zijn in hun gedrag. Hen begeleiden vereist creativiteit en improvisatievermogen. En dus hebben begeleiders ruimte nodig. Maar ook vertrouwen van hun managers dat zij in staat zijn om hun werk met hun gereedschap goed te doen. Dat zij zelf mogen beslissen in het moment en daar later verantwoording over afleggen. Want dat is ertoe doen als begeleider. En ertoe doen wil iedere professional.

Eén van mijn gespreksgenoten zei: “Het maakt niet uit wat ik zeg in het teamoverleg, er wordt toch nooit wat mee gedaan. Maar ik ben nog geen 65”. Ik lag daar vannacht over te denken. Hij had nog hoop, denk ik. En dat vind ik bewonderenswaardig. Hoe krachtig moet zijn wens zijn om ertoe te doen. En hoe triest moet het zijn om altijd te moeten vaststellen dat jij met jouw deskundigheid geen gewicht in de schaal legt. Ik hoop dat wat ik met al die gesprekken heb opgehaald er voor hem toe gaat doen…

Artwin Nuhn

Ertoe doen

Mijn moeder wordt rap ouder en steeds minder mobiel. Nu woont ze nog in een groot jaren ’30 huis. Maar hoe lang kan dat nog? Wij wonen in dezelfde straat. En onze overbuurvrouw heeft een hoekhuis met een enorme garage ernaast. Toen zij aankondigde te gaan verhuizen, dachten wij: is dit het moment voor een kangeroe-construct? Mijn moeder leek dat wel wat. Mijn broer had geen bezwaar. Maar onze jongste, als enige nog thuis, zei een paar dagen later verontwaardigd: “Waarom hebben jullie mij niets gevraagd? Ik wil helemaal niet verhuizen!” En ik dacht: verdorie, ze heeft gelijk. Ook zij heeft deel in dit verhaal.

Die verhuizing gaat denk ik niet door. Maar dat doet er niet toe. Wat ik wil zeggen: iedereen wil gezien en gehoord worden. Hoe klein of groot ook. Want iedereen heeft een stem. Dat houden wij tegenwoordig ook mensen met een verstandelijke beperking voor: Jij doet ertoe. Het is jouw leven. Jij beslist over de dingen waarover jij kunt beslissen. Daar zijn prachtige programma’s en methodieken voor, zoals Samen in Regie en Op eigen Benen. Dat is wel wennen: voor de cliënten zelf (oh jee, wat een ruimte… Maar ik weet niet zo goed wat ik wil!), voor hun ouders (Gaat dat wel goed? Kunnen ze dat wel aan?) en ook voor begeleiders. Want die zijn al 125 jaar lang gewend om te beslissen voor cliënten: hoe laat ze moeten opstaan, wat ze op hun brood krijgen, wat ze drinken… Dat moet nu anders. En dat valt niet altijd mee.

Kinderen hebben veel te vertellen tegenwoordig. Sommigen noemen deze generatie die van prinsen en prinsesjes. Consumenten staan op hun strepen. Mensen met een verstandelijke beperking plaatsen we op de bok van hun eigen levenskoets. Eigen regie (h)eerst!

Hoe wonderlijk is het dan vast te moeten stellen dat veel begeleiders van cliënten naar eenzelfde zeggenschap snakken, omdat ze die op veel plaatsen nog missen. Ik spreek er deze weken tientallen. Dat zijn prachtige gesprekken. Gesprekken over het thema Samen. Van alles komt over tafel, op geleide van hun eigen wens. Maar als ik alles wat zij aan de orde stellen afpel tot de essentie, komt deze kern tevoorschijn: “Ik wil gezien worden en gehoord en dat mis ik erg”.

Dat snap ik. Gezien en gehoord worden past bij de geest van deze tijd. Maar er gaat meer achter schuil. Begeleiders hebben een beroep. Daar hebben ze voor geleerd. Ze kunnen dingen die andere niet kunnen. Wat ze geleerd hebben, vormt hun gereedschap. Hun werk is geen wiskunde; geen sommetje dat slechts op één manier kan worden opgelost, geen waterdichte formule die onder aan de streep klopt als een bus. Want ze werken met mensen; mensen die kwetsbaar zijn, uiterst gevoelig voor stemmingen en sferen, mensen die veelal anders communiceren, en vaak onvoorspelbaar zijn in hun gedrag. Hen begeleiden vereist creativiteit en improvisatievermogen. En dus hebben begeleiders ruimte nodig. Maar ook vertrouwen van hun managers dat zij in staat zijn om hun werk met hun gereedschap goed te doen. Dat zij zelf mogen beslissen in het moment en daar later verantwoording over afleggen. Want dat is ertoe doen als begeleider. En ertoe doen wil iedere professional.

Eén van mijn gespreksgenoten zei: “Het maakt niet uit wat ik zeg in het teamoverleg, er wordt toch nooit wat mee gedaan. Maar ik ben nog geen 65”. Ik lag daar vannacht over te denken. Hij had nog hoop, denk ik. En dat vind ik bewonderenswaardig. Hoe krachtig moet zijn wens zijn om ertoe te doen. En hoe triest moet het zijn om altijd te moeten vaststellen dat jij met jouw deskundigheid geen gewicht in de schaal legt. Ik hoop dat wat ik met al die gesprekken heb opgehaald er voor hem toe gaat doen…

Artwin Nuhn