Krols

Geheel in tegenstelling tot wat politici momenteel doen, is het in deze verkiezingstijd handig om niet te praten maar te luisteren. En te kijken. Neem nu Henk Krol als willekeurig voorbeeld. Hij was afgelopen week uitgebreid op televisie. Onvermijdelijk, zo in de aanloop naar woensdag. Wat een wonderlijke man toch. Hij praat en praat, spreekt zichzelf voortdurend tegen, toont zich dan geamuseerd verongelijkt (dat kan!), en zegt vervolgens theatraal dat anderen niet goed naar hem luisteren. Die doet ‘t natuurlijk altijd goed. Want niemand wil graag het verwijt krijgen dat hij niet kan luisteren. Je staat zomaar bijgeschreven als een narcist. Eigenlijk denk ik dat Henk diep in zijn hart ongelukkig is en heel anders wil. Maar zijn vermeende roeping staat hem in de weg.

Hij staat niet alleen in zijn gedrag. Heel politiek Nederland praat op het moment liever dan te luisteren. Alleen in Gronings aardbevingsgebied is de luisterkoorts uitgebroken, maar dat is tijdelijk. Het zal voor een deel door de opwinding komen, dat elk gesprek in deze tijd een discussie wordt, en elke discussie ontaardt in een vervreemdende aaneenschakeling van meningen en feiten die zo op het oor weinig met elkaar samenhangen. Slordig aan elkaar geplakte spreektijd. Een Krolse operette. En hoe verbazingwekkend is het dan, dat het tanende vertrouwen in de politiek onder burgers vooral wordt bestreden met nog meer zenden. Het lijkt een code: in ontmoetingen met politieke tegenstanders niet samen een zinvolle discussie opbouwen die ergens naartoe gaat, maar stug je eigen politieke playlist afdraaien. Verkiezingsdebatten zeggen niets meer. En tot overmaat van ramp doen sommige presentatoren er nog een scherp schepje bovenop. Geldingsdrang die de kiezers niet helpt. Kiezers die notabene de politiek juist verwijten al jaren niet meer te luisteren en lijsttrekkers massaal wegzetten als leugenaars en zakkenvullers.

Hoe mooi zou t zijn wanneer politici dat wel zouden doen: luisteren. Wanneer zij zich zouden voeden met verhalen van burgers. En die zouden verinnerlijken en meenemen in hun plannenmakerij, zonder die verhalen meteen te verplakken tot anekdotes en diezelfde dag nog te misbruiken als karikaturale ondersteuning van hun eigen gelijk. Dat zou wat zijn. En waarom niet. Want luisterende politici zullen welbeschouwd geloofwaardiger vertegenwoordigers van hun eigen achterban zijn dan zij die liever praten. De stemming onder kiezers tendeert in die richting. Zoals vandaag nog bleek uit een reportage uit een Rotterdamse achterstandswijk waar slechts 10% naar de stembus trekt. Wonderlijk dus dat die luisterfunctie zo matig ontwikkeld is in Den Haag. En dat opgewonden gekakel hoger gewaardeerd wordt in eigen politieke kringen dan expliciet en toegewijd luisteren naar wie je op het pluche heeft gezet.

Ik ga even terug naar Henk Krol. Ik begrijp hem nu beter, denk ik. Onwennig als ie in dit politieke circus is, bootst hij na wat hij om zich heen ziet. Een Pavlov-beer die danst op de gloeiende plaat van de verkiezingsmuziek. Acterend in een fout toneelstuk, zichzelf helemaal kwijt. Henk is vast helemaal geen prater. Thuis luistert hij veel liever.

Artwin Nuhn

Krols

Geheel in tegenstelling tot wat politici momenteel doen, is het in deze verkiezingstijd handig om niet te praten maar te luisteren. En te kijken. Neem nu Henk Krol als willekeurig voorbeeld. Hij was afgelopen week uitgebreid op televisie. Onvermijdelijk, zo in de aanloop naar woensdag. Wat een wonderlijke man toch. Hij praat en praat, spreekt zichzelf voortdurend tegen, toont zich dan geamuseerd verongelijkt (dat kan!), en zegt vervolgens theatraal dat anderen niet goed naar hem luisteren. Die doet ‘t natuurlijk altijd goed. Want niemand wil graag het verwijt krijgen dat hij niet kan luisteren. Je staat zomaar bijgeschreven als een narcist. Eigenlijk denk ik dat Henk diep in zijn hart ongelukkig is en heel anders wil. Maar zijn vermeende roeping staat hem in de weg.

Hij staat niet alleen in zijn gedrag. Heel politiek Nederland praat op het moment liever dan te luisteren. Alleen in Gronings aardbevingsgebied is de luisterkoorts uitgebroken, maar dat is tijdelijk. Het zal voor een deel door de opwinding komen, dat elk gesprek in deze tijd een discussie wordt, en elke discussie ontaardt in een vervreemdende aaneenschakeling van meningen en feiten die zo op het oor weinig met elkaar samenhangen. Slordig aan elkaar geplakte spreektijd. Een Krolse operette. En hoe verbazingwekkend is het dan, dat het tanende vertrouwen in de politiek onder burgers vooral wordt bestreden met nog meer zenden. Het lijkt een code: in ontmoetingen met politieke tegenstanders niet samen een zinvolle discussie opbouwen die ergens naartoe gaat, maar stug je eigen politieke playlist afdraaien. Verkiezingsdebatten zeggen niets meer. En tot overmaat van ramp doen sommige presentatoren er nog een scherp schepje bovenop. Geldingsdrang die de kiezers niet helpt. Kiezers die notabene de politiek juist verwijten al jaren niet meer te luisteren en lijsttrekkers massaal wegzetten als leugenaars en zakkenvullers.

Hoe mooi zou t zijn wanneer politici dat wel zouden doen: luisteren. Wanneer zij zich zouden voeden met verhalen van burgers. En die zouden verinnerlijken en meenemen in hun plannenmakerij, zonder die verhalen meteen te verplakken tot anekdotes en diezelfde dag nog te misbruiken als karikaturale ondersteuning van hun eigen gelijk. Dat zou wat zijn. En waarom niet. Want luisterende politici zullen welbeschouwd geloofwaardiger vertegenwoordigers van hun eigen achterban zijn dan zij die liever praten. De stemming onder kiezers tendeert in die richting. Zoals vandaag nog bleek uit een reportage uit een Rotterdamse achterstandswijk waar slechts 10% naar de stembus trekt. Wonderlijk dus dat die luisterfunctie zo matig ontwikkeld is in Den Haag. En dat opgewonden gekakel hoger gewaardeerd wordt in eigen politieke kringen dan expliciet en toegewijd luisteren naar wie je op het pluche heeft gezet.

Ik ga even terug naar Henk Krol. Ik begrijp hem nu beter, denk ik. Onwennig als ie in dit politieke circus is, bootst hij na wat hij om zich heen ziet. Een Pavlov-beer die danst op de gloeiende plaat van de verkiezingsmuziek. Acterend in een fout toneelstuk, zichzelf helemaal kwijt. Henk is vast helemaal geen prater. Thuis luistert hij veel liever.

Artwin Nuhn

Krols

Geheel in tegenstelling tot wat politici momenteel doen, is het in deze verkiezingstijd handig om niet te praten maar te luisteren. En te kijken. Neem nu Henk Krol als willekeurig voorbeeld. Hij was afgelopen week uitgebreid op televisie. Onvermijdelijk, zo in de aanloop naar woensdag. Wat een wonderlijke man toch. Hij praat en praat, spreekt zichzelf voortdurend tegen, toont zich dan geamuseerd verongelijkt (dat kan!), en zegt vervolgens theatraal dat anderen niet goed naar hem luisteren. Die doet ‘t natuurlijk altijd goed. Want niemand wil graag het verwijt krijgen dat hij niet kan luisteren. Je staat zomaar bijgeschreven als een narcist. Eigenlijk denk ik dat Henk diep in zijn hart ongelukkig is en heel anders wil. Maar zijn vermeende roeping staat hem in de weg.

Hij staat niet alleen in zijn gedrag. Heel politiek Nederland praat op het moment liever dan te luisteren. Alleen in Gronings aardbevingsgebied is de luisterkoorts uitgebroken, maar dat is tijdelijk. Het zal voor een deel door de opwinding komen, dat elk gesprek in deze tijd een discussie wordt, en elke discussie ontaardt in een vervreemdende aaneenschakeling van meningen en feiten die zo op het oor weinig met elkaar samenhangen. Slordig aan elkaar geplakte spreektijd. Een Krolse operette. En hoe verbazingwekkend is het dan, dat het tanende vertrouwen in de politiek onder burgers vooral wordt bestreden met nog meer zenden. Het lijkt een code: in ontmoetingen met politieke tegenstanders niet samen een zinvolle discussie opbouwen die ergens naartoe gaat, maar stug je eigen politieke playlist afdraaien. Verkiezingsdebatten zeggen niets meer. En tot overmaat van ramp doen sommige presentatoren er nog een scherp schepje bovenop. Geldingsdrang die de kiezers niet helpt. Kiezers die notabene de politiek juist verwijten al jaren niet meer te luisteren en lijsttrekkers massaal wegzetten als leugenaars en zakkenvullers.

Hoe mooi zou t zijn wanneer politici dat wel zouden doen: luisteren. Wanneer zij zich zouden voeden met verhalen van burgers. En die zouden verinnerlijken en meenemen in hun plannenmakerij, zonder die verhalen meteen te verplakken tot anekdotes en diezelfde dag nog te misbruiken als karikaturale ondersteuning van hun eigen gelijk. Dat zou wat zijn. En waarom niet. Want luisterende politici zullen welbeschouwd geloofwaardiger vertegenwoordigers van hun eigen achterban zijn dan zij die liever praten. De stemming onder kiezers tendeert in die richting. Zoals vandaag nog bleek uit een reportage uit een Rotterdamse achterstandswijk waar slechts 10% naar de stembus trekt. Wonderlijk dus dat die luisterfunctie zo matig ontwikkeld is in Den Haag. En dat opgewonden gekakel hoger gewaardeerd wordt in eigen politieke kringen dan expliciet en toegewijd luisteren naar wie je op het pluche heeft gezet.

Ik ga even terug naar Henk Krol. Ik begrijp hem nu beter, denk ik. Onwennig als ie in dit politieke circus is, bootst hij na wat hij om zich heen ziet. Een Pavlov-beer die danst op de gloeiende plaat van de verkiezingsmuziek. Acterend in een fout toneelstuk, zichzelf helemaal kwijt. Henk is vast helemaal geen prater. Thuis luistert hij veel liever.

Artwin Nuhn

Krols

Geheel in tegenstelling tot wat politici momenteel doen, is het in deze verkiezingstijd handig om niet te praten maar te luisteren. En te kijken. Neem nu Henk Krol als willekeurig voorbeeld. Hij was afgelopen week uitgebreid op televisie. Onvermijdelijk, zo in de aanloop naar woensdag. Wat een wonderlijke man toch. Hij praat en praat, spreekt zichzelf voortdurend tegen, toont zich dan geamuseerd verongelijkt (dat kan!), en zegt vervolgens theatraal dat anderen niet goed naar hem luisteren. Die doet ‘t natuurlijk altijd goed. Want niemand wil graag het verwijt krijgen dat hij niet kan luisteren. Je staat zomaar bijgeschreven als een narcist. Eigenlijk denk ik dat Henk diep in zijn hart ongelukkig is en heel anders wil. Maar zijn vermeende roeping staat hem in de weg.

Hij staat niet alleen in zijn gedrag. Heel politiek Nederland praat op het moment liever dan te luisteren. Alleen in Gronings aardbevingsgebied is de luisterkoorts uitgebroken, maar dat is tijdelijk. Het zal voor een deel door de opwinding komen, dat elk gesprek in deze tijd een discussie wordt, en elke discussie ontaardt in een vervreemdende aaneenschakeling van meningen en feiten die zo op het oor weinig met elkaar samenhangen. Slordig aan elkaar geplakte spreektijd. Een Krolse operette. En hoe verbazingwekkend is het dan, dat het tanende vertrouwen in de politiek onder burgers vooral wordt bestreden met nog meer zenden. Het lijkt een code: in ontmoetingen met politieke tegenstanders niet samen een zinvolle discussie opbouwen die ergens naartoe gaat, maar stug je eigen politieke playlist afdraaien. Verkiezingsdebatten zeggen niets meer. En tot overmaat van ramp doen sommige presentatoren er nog een scherp schepje bovenop. Geldingsdrang die de kiezers niet helpt. Kiezers die notabene de politiek juist verwijten al jaren niet meer te luisteren en lijsttrekkers massaal wegzetten als leugenaars en zakkenvullers.

Hoe mooi zou t zijn wanneer politici dat wel zouden doen: luisteren. Wanneer zij zich zouden voeden met verhalen van burgers. En die zouden verinnerlijken en meenemen in hun plannenmakerij, zonder die verhalen meteen te verplakken tot anekdotes en diezelfde dag nog te misbruiken als karikaturale ondersteuning van hun eigen gelijk. Dat zou wat zijn. En waarom niet. Want luisterende politici zullen welbeschouwd geloofwaardiger vertegenwoordigers van hun eigen achterban zijn dan zij die liever praten. De stemming onder kiezers tendeert in die richting. Zoals vandaag nog bleek uit een reportage uit een Rotterdamse achterstandswijk waar slechts 10% naar de stembus trekt. Wonderlijk dus dat die luisterfunctie zo matig ontwikkeld is in Den Haag. En dat opgewonden gekakel hoger gewaardeerd wordt in eigen politieke kringen dan expliciet en toegewijd luisteren naar wie je op het pluche heeft gezet.

Ik ga even terug naar Henk Krol. Ik begrijp hem nu beter, denk ik. Onwennig als ie in dit politieke circus is, bootst hij na wat hij om zich heen ziet. Een Pavlov-beer die danst op de gloeiende plaat van de verkiezingsmuziek. Acterend in een fout toneelstuk, zichzelf helemaal kwijt. Henk is vast helemaal geen prater. Thuis luistert hij veel liever.

Artwin Nuhn